Mack Sennett (1880–1960) was een Amerikaans producent en filmregisseur. Hij verwierf de bijnaam the King of Comedy.

Mack Sennett was namelijk de man die de gooi- en smijtfilms en de slagroomtaartenoorlogen uitvond. Hij was ook verantwoordelijk voor de slapstickfilms van The Keystone Cops.

Na verschillende banen in de vaudevillewereld en wat acteerwerk bij het volkstoneel, richtte hij in 1912 de Keystone Studios op. Sennett ging kluchten produceren en regisseren. Hij had een scherp oog voor komisch talent. Hij werd er in korte tijd schatrijk mee. Onder zijn leiding debuteerden komieken zoals Mabel Normand, Roscoe 'Fatty' Arbuckle, W.C. Fields, Charlie Chaplin, Harry Langdon, Charley Chase en Edgar Kennedy.

Hij liet Chaplin vertrekken omdat hij dacht dat een geldbedrag van 150 dollar per week wel genoeg was voor de kleine Britse komiek, terwijl andere studio's al 1250 dollar aan Chaplin boden. Voor Mabel Normand trok hij een grote studio op, want hij kon zijn liefde niet onder stoelen of banken steken voor deze actrice. Hij kwam op het randje van bankroet te staan. De overstap van de stille naar de geluidsfilm heeft Sennett nooit kunnen maken; hij had geen verstand van dit nieuwe medium.

In 1939 trok hij zich terug uit het vak terug en leefde tot zijn dood in 1960 ongehuwd en in armoede in Canada. In 1937 kreeg hij een Oscar voor zijn bijdrage aan het genre filmkomedie.

Meer informatie: nl.wikipedia.org