Michiel de Ruyter (bijgenaamd Bestevaêr, ofwel grootvader) is een van de bekendste zeehelden uit de Nederlandse geschiedenis. Hij wordt algemeen beschouwd als de grootste admiraal van zijn tijd. De Ruyter was afwisselend in dienst van de staat en van reders, en was zelfs een tijdlang als zelfstandig ondernemer actief in de walvisvaart.

De Ruyter begon zijn carrière als eenvoudig Zeeuws zeeman. Rond zijn dertigste jaar had hij zich opgewerkt tot kapitein, eerst in dienst van het koopmanshuis Lampsins varend, later als eigen meester. Vermogend geworden had hij de zee al vaarwel gezegd toen in 1652, bij het uitbreken van de Eerste Engelse Zeeoorlog, de Zeeuwse Admiraliteit met succes een beroep deed op zijn plichtsbesef en hij een belangrijk vlootvoogd werd. Hij bleef van toen af aan bij de marine in vaste dienst, die de hele periode van de eerste drie Engels-Nederlandse oorlogen bestreek. Na de vrede met Engeland in 1653 nam hij als vice-admiraal van de Admiraliteit van Amsterdam deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en aan acties tegen piraterij in de Middellandse Zee. Eind 1664 heroverde hij, in de aanloop naar de Tweede Engelse Zeeoorlog, in West-Afrika Nederlandse forten op de Engelsen en voer daarna naar Amerika om daar hun koloniën schade toe te brengen. Bij thuiskomst in 1665 werd hij door toedoen van raadpensionaris Johan de Witt in de rang van luitenant-admiraal benoemd tot opperbevelhebber.

Meer informatie: nl.m.wikipedia.org