Spanje heeft een van de grootste adelstanden van Europa. In 2025 waren er zo'n 2200 personen die samen 2700 adellijke titels droegen. De gewone (niet-koninklijke) Spaanse adel is verdeeld in zes rangen. Van hoog naar laag zijn dit duque (hertog), marqués (markies), conde (graaf), vizconde (burggraaf), barón (baron) en señor (heer), evenals de vrouwelijke vormen van deze titels.

Tot ver in de 19de eeuw kende Spanje ook nog een lage adel die werd aangeduid met de rang van hildalgo. Het woord hidalgo is een verbastering van hijo de algo, zoon van iemand. In Portugal en in Galicië wordt de vergelijkbare titel fidalgo gebruikt.

Om als hidalgo erkend te worden, moest men bewijzen dat alle vier de grootouders eveneens hidalgo waren. Bovendien kon een vorst de titel toekennen als beloning voor een bewezen dienst. Ook was iedereen geboren in Biskaje automatisch hidalgo.

Omdat het de laagste adellijke rang was, profiteerde een hidalgo niet van alle voordelen van de adeldom, maar een van de voordelen was vrijstelling van belastingen en andere heffingen. Aangezien steeds meer mensen tot de hidalgo-stand werden verheven, kwam de titel in steeds minder hoog aanzien te staan, totdat het gebruik ervan in de 19e eeuw gaandeweg verdween.

De bekendste hidalgo is het fictieve personage Don Quichot van La Mancha. De oorspronkelijke titel van Miguel de Cervantes' boek luidt: El Ingenioso Hidalgo Don Quixote de la Mancha. Ook veel conquistadores waren hidalgos.

Meer informatie: nl.wikipedia.org