Kangoeroes hebben een unieke manier van voortplanten die lijkt op die van buidelratten. Het begint allemaal wanneer een eitje vanuit de eierstok naar de baarmoeder reist. Daar wordt het bevrucht en ontwikkelt het zich snel tot een jong. Bij de grootste kangoeroesoort, de rode kangoeroe, duurt dit proces slechts 33 dagen. Het jong wordt geboren als een klein, blind en haarloos wezentje van slechts enkele centimeters lang. Het heeft nauwelijks ontwikkelde achterpoten en gebruikt zijn sterkere voorpoten om zich een weg te banen door de dikke vacht van de moeder naar de buidel, wat enkele minuten duurt.

Eenmaal in de buidel hecht het jong zich aan een van de vier tepels om te drinken. De moeder begint vrijwel direct weer met haar voortplantingscyclus. Als ze paart en een nieuw eitje wordt bevrucht, kan de ontwikkeling van dit eitje tijdelijk worden stopgezet. Dit fenomeen heet embryonale diapauze en komt voor in tijden van droogte of voedseltekorten. Ondertussen groeit het jong in de buidel snel. Na ongeveer 190 dagen is het groot genoeg om volledig uit de buidel te komen, na eerst een paar weken nieuwsgierig zijn hoofd naar buiten te steken totdat het zich veilig genoeg voelt om de wereld te verkennen.

Meer informatie: en.wikipedia.org