Rode panda’s leven in het Himalayageberte, op een hoogte van 2200 tot 4800 meter! Hier wonen ze in gemengde bossen van loof en naaldbomen. Waar veel bamboe voorkomt, hun voedsel bestaat voor 95% uit bamboe. Rode panda's zijn met hun dikke vacht goed bestand tegen sneeuw en kou, maar minder goed tegen de hitte. Daarom zijn deze panda's vooral vroeg in de ochtend en in de schemering actief. Dan is de temperatuur lager. Om de hitte uit de weg te gaan slapen de panda's overdag in holen in bomen.

De rode panda is 56 tot 62 centimeter lang. De staart van de rode panda is bijna even lang als de panda zelf en heeft 12 roodbruine ringen. Met name op de kop hebben ze zwarte en witte tekeningen, wat zorgt voor een soort masker. Hierdoor wordt vaak gedacht dat deze panda familie is van de wasberen, maar dat is niet waar. De poten van de rode panda zijn behaard en hebben scherpe nagels. Hierdoor kan de rode panda goed klimmen en zijn de voeten beschermt tegen de eventuele kou. Aan de zijkanten van de voorpoten zit een eeltknobbel die de dieren als een soort duim gebruiken om bamboe mee vast te pakken. De rode panda is niet verwant aan de reuzenpanda, maar is een soort die tot de familie van de katberen behoort. Panda betekent namelijk in de lokale taal ‘bamboe-eter’.

Meer informatie: www.avifauna.nl