De tijger (Panthera tigris) is de grootste nog levende katachtige en behoort tot het geslacht Panthera. Het dier is herkenbaar aan zijn donkere verticale strepen op een oranje vacht met een witte onderkant. Als toppredator jaagt de tijger voornamelijk op hoefdieren zoals herten en wilde zwijnen. Tijgers zijn territoriaal en leven meestal solitair, hoewel ze sociaal gedrag vertonen. Ze hebben grote aaneengesloten leefgebieden nodig om te voorzien in hun voedselbehoefte en om hun jongen groot te brengen. Tijgerwelpen blijven ongeveer twee jaar bij hun moeder voordat ze zelfstandig worden en hun eigen territorium zoeken.

Wetenschappelijk werd de tijger voor het eerst beschreven in 1758. Ooit kwam de tijger voor van de oostelijke Anatolische regio in het westen tot het stroomgebied van de Amoer in het oosten, en in het zuiden van de uitlopers van de Himalaya tot Bali in de Soenda-eilanden. Sinds het begin van de 20e eeuw is het leefgebied van de tijger met minstens 93% afgenomen. Ze zijn verdwenen uit West- en Centraal-Azië, de eilanden Java en Bali, en grote delen van Zuidoost- en Zuid-Azië en China. De overgebleven leefgebieden zijn gefragmenteerd, variërend van de Siberische gematigde bossen tot de subtropische en tropische bossen op het Indiase subcontinent, Indochina en het Indonesische eiland Sumatra.

Meer informatie: en.wikipedia.org