De ogen van een uil zijn niet bolvormig, zoals bij de meeste diersoorten, maar hebben de vorm van een soort ‘buis’. Die oogbuis wordt stevig op z’n plaats gehouden in de uilenschedel met langwerpige oogkassen waarin de ogen precies passen. Zijn ogen zitten zelfs zo stevig verankerd in zijn schedelbotten, dat een uil niet in staat is zijn ogen te bewegen. Een uil die wil rondkijken, moet dus zijn volledige hoofd meedraaien. Met z’n 14 nekwervels (mensen hebben er 7) is hij in staat om Chucky-gewijs z’n hoofd drie kwartslagen naar links en naar rechts te roteren. Hij kan ook loodrecht omhoog en naar beneden kijken zonder dat zijn schouders in beweging komen.

De andere antwoorden:

Onze ogen zijn uitgerust met zo’n 200.000 staafjes per vierkante millimeter t.o.v. een miljoen bij uilen.

Nader onderzoek van oogkleuren versus jachtgewoontes leert ons echter dat het hier om een urban legend gaat.

Uilen zijn extreem verziend. Dichtbij is alles niet meer dan een waas.

Meer informatie: www.onzenatuur.be