Het nijlpaard (Hippopotamus amphibius) is de grootste en algemeenste soort uit de familie der nijlpaarden (Hippopotamidae). De andere soort is het dwergnijlpaard (Hexaprotodon liberiensis). Het is tevens een van de grootste landzoogdieren. Slechts de olifanten en sommige neushoornsoorten zijn groter. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Het nijlpaard is de enige recente soort van het geslacht Hippopotamus, dat onder andere ook enkele uitgestorven soorten uit Madagaskar, en de Pleistocene Europese soort Hippopotamus antiquus omvat. Ondanks de naam is het dier niet nauw verwant met het paard, maar eerder met walvissen.

Het nijlpaard heeft een groot, rond lichaam, korte poten en een grote kop met een brede snuit. De staart is kort en dik. Ze hebben geen vacht, slechts enkele borstelharen op de staart en het gezicht. De zachte, glimmende huid is paars-grijs of blauwig zwart. De onderzijde, oren en bek zijn meer bruinachtig roze. In de huid zitten klieren die een viskeuze stof afscheiden die aan de oppervlakte een rode kleur krijgt door polymerisatie. Deze afscheiding dient onder andere als zonnebrandcrème, ontsmettingsmiddel en parfum.

Meer informatie: nl.wikipedia.org