Beetsjoeanaland (Engels: Bechuanaland) was een Brits protectoraat in Zuidelijk Afrika. De nama betekent letterlijk Land van de Batswana, een volk dat tegenwoordig in Tswana wordt genoemd. In 1966 werd het protectoraat onafhankelijk als Botswana.

Het was de Schotse missonaris John Mackenzie (1835–1899) die ijverde voor de oprichting van het protectoraat omdat de plaatselijke stammen werden bedreigd door de Boeren uit de Kaapkolonie.

Oorspronkelijk bestond Beetsjoeanaland uit twee delen: het zuidelijke Brits Beetsjoeanaland (Engels: British Bechuanaland) en het noordelijke Protectoraat Beetsjoeanaland (Bechuanaland Protectorate). Het zuidelijke werd in 1885 ingelijfd als kroonkolonie en tien jaar later bij de Kaapkolonie gevoegd.

Het noordelijke deel omvatte het grondgebied va de drie voornamste Tswana-groepen: de Bamangwato, de Bakwena en de Bangwaketse, alsook enkele kleinere bevolkingsgroepen zoals de Bamalete, Bakhatla en nomadenvolkeren zoals de San (Bosjesmannen) en de Makalaka. Groot-Brittannië was van plan om het protectoraat over te dragen aan Zuid-Afrika of Thodesië (nu Zambia en Zimbabwe) maar uiteindelijk bleef Beetsjoeanaland een Brits protectoraat tot 1966.

Meer informatie: nl.wikipedia.org