Een terreinwagen is een type auto dat zowel op de verharde als op onverharde weg kan rijden. Een kenmerk van de terreinwagen is dat hij hoog op de banden staat en meestal vierwielaandrijving heeft. De terreinauto werd ontwikkeld vanuit militaire noodzaak, maar is door zijn stoere uiterlijk een gewilde auto op de consumentenmarkt.

De echte terreinwagens zijn gebouwd om over ‘het terrein’ te rijden, oftewel onverharde wegen en ruige landschappen. Om dat te kunnen heeft dit type auto een zogenaamd ladderchassis, een starre achteras, 4WD en een sperdifferentieel nodig. Klassieke terreinwagens kenmerken zich door nul comfort en luxe.

De veelzijdige auto is mateloos populair onder bestuurders en er komen steeds meer luxe terreinwagens en SUV’s op de markt.

De terreinwagen werd ontwikkeld voor militaire doeleinden. Een vereiste voor de auto was dat hij over onverhard en ruig terrein kon rijden. Hiervoor werden de auto’s hoger op de wielen gezet, zodat obstakels makkelijker genomen konden worden. De terreinwagens kregen ook allemaal vierwielaandrijving voor betere tractie.

Met name in de Tweede Wereldoorlog gebruikten Duitsland (Volkswagen Kübelwagen) en de Verenigde Staten (Jeep) de terreinwagens. Na de oorlog besloot ook Rover terreinwagens te bouwen onder de naam Land Rover. Aanvankelijk deed hij dit voor het leger, maar de auto’s kwamen al snel op de civiele markt.

De eerste Land Rover werd geïntroduceerd in 1948 en beleefde zijn wereldprimeur in de RAI in Amsterdam.

Meer informatie: kimman.nl