Varkensvlees is de culinaire naam voor het vlees van het gedomesticeerde varken. Het wordt zowel vers bereid als geconserveerd gegeten. Door het te pekelen, wordt de houdbaarheid van varkensvleesproducten verlengd. Voorbeelden van geconserveerd varkensvlees zijn ham, spek, en worst. Charcuterie is de tak van de kookkunst die zich richt op bereide vleesproducten, vaak van varkensvlees.

In sommige religies en culturen is het eten van varkensvlees verboden, zoals in de islam en het jodendom. Varkens werden rond 13.000 voor Christus gedomesticeerd in Mesopotamië.

Voordat varkens in de 20e eeuw op grote schaal werden gefokt, was varkensvlees in Europa en Noord-Amerika traditioneel een herfstgerecht. Varkens en ander vee werden in de herfst geslacht na een groeiperiode in de lente en vetmesting in de zomer. Vanwege de seizoensgebondenheid van het vlees in de westerse culinaire geschiedenis, zijn appels (geoogst in de late zomer en herfst) een vaste combinatie met vers varkensvlees. Ondanks de jaarrond beschikbaarheid van vlees en fruit, blijft deze combinatie populair op westerse borden.

Meer informatie: en.wikipedia.org