Het leven van zeemannen ging niet over rozen. Zeker wat het eten betreft! Vroeger bestonden er nog geen koelkasten en zwierven ze vaak weken, zo niet maanden lang, over zee. Je kunt je voorstellen dat je kropje sla en stukje vlees op een gegeven moment muffig gaat ruiken en uit zichzelf van boord springt.

Men nam daarom voor grote reizen eten mee dat lang houdbaar was, bijvoorbeeld gezouten vis en vlees en gedroogde groente zoals bonen. Ook werden er levende dieren, zoals schapen, varkens (en soms zelfs koeien) meegenomen aan boord. Als het voer voor de dieren op was, werden ze geslacht. Zo konden ze ook tijdens een lange reis aan vers vlees komen.

Ook zuurkool ging aan boord. Verse groente en fruit bederft snel. Hierdoor kon men scheurbuik krijgen. Dat is een enge ziekte waaraan veel zeemannen dood zijn gegaan. Zuurkool is kool die lange tijd in een vat bewaard wordt. Hierdoor wordt het zuur en blijft het lang goed. Daarnaast zit er in zuurkool vitamine C. Hierdoor bleef de bemanning gezond en sterk.

Naast bier en water dronken piraten natuurlijk rum. Om te voorkomen dat de bemanning niet te dronken werd, en om scheurbuik te voorkomen, werd de rum aangelengd met (heet) water, suiker en citroensap. Dit drankje werd grog genoemd. Andere populaire dranken van piraten waren bumbo en traitor (‘verrader’). Bumbo is een cocktail van rum, water, suiker een nootmuskaat. Traitor is gemaakt van sinaasappelsap, rum, honing en nootmuskaat, en wordt warm gedronken.

Meer informatie: www.thuisbezorgd.nl