De steenkoolmijn van Blegny (Frans: Blegny-Mine) is de enige publiekelijk toegankelijke mijn van België en is, samen met drie andere Waalse mijnsites, erkend als UNESCO Wereldrerfgoed.

Blegny-Mine ligt vlakbij het dorpje Trembleur, in de gemeente Blegny, ten noordoosten van de stad Luik. Al in de 15de eeuw werd hier steenkool opgvraven maar in 1779 wrd een eersste schacht geboord. Op het hoogtepunt in 1970 produceerde de mijn 232 000 ton steenkool met een personeelsbestand van 680 personen. In 1980 werd de mijn gesloten en in gebruik genomen als toeristische attractie.

De mijn heeft twee schachten, die hier tot 8 niveaus omlaag reiken, met een diepste punt van 530 m. Alleen niveau 1 en 2 (op -30 m en -60 m) staan nog boven het grondwater en kunnen worden bezocht.

Schacht 1 dient als toegangspunt van de ondergrondse rondleiding. De tweede schacht Marie l'Espérance is in gebruik voor de ventilatie van de galerijen en hier is bovengronds een museum ingericht. Verder zijn er exposities in de voormalige werkplaats en de kolenwasserij. Naast de mijn ligt de terril van Blegny met een hoogte van 43 m, waarop de steenresten gestort werden.

Een ondergrondse rondleiding met een gids door de mijn bevat een verkenning van de galerijen op -30 en -60 meter en een afdaling door de pijler van steenkoollaag Grande Mascafia, de rondleiding eindigt bovengronds in de kolenwasserij.

Meer informatie: nl.wikipedia.org