Margot Betti Frank (Frankfurt am Main, 16 februari 1926 – Bergen-Belsen, februari of maart 1945) was een uit Duitsland afkomstig Joods slachtoffer van de Holocaust. Ze heeft bekendheid gekregen als de drie jaar oudere zus van de beroemde Joodse dagboekschrijfster Anne Frank.

Na meer dan twee jaar ondergedoken te zijn in Het Achterhuis, werden de acht onderduikers verraden. Op 4 augustus werden ze opgepakt samen met Victor Kugler en Johannes Kleiman, twee van hun helpers. De acht onderduikers verbleven vier dagen in de gevangenis en werden op 8 augustus 1944 in een trein naar kamp Westerbork getransporteerd.

Op 3 september 1944 werd Margot, samen met de andere onderduikers vanuit kamp Westerbork gedeporteerd. Na een verschrikkelijke treinreis van drie dagen kwamen ze in het donker aan op het perron van Auschwitz-Birkenau in het bezette Polen. De mannen en vrouwen werden gescheiden van elkaar. Het was de laatste keer dat Otto Frank zijn vrouw en dochters zag.

Na een selectie tussen eind oktober en begin november 1944 werden Margot en Anne op transport gezet naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. De beide meisjes waren erg verzwakt en kregen hoge koorts. In het kamp stierf Margot in februari of maart 1945 aan vlektyfus, slechts een paar dagen voor Annes overlijden en een paar weken voor de bevrijding van het kamp Bergen-Belsen.

Net als Anne hield Margot tijdens de oorlog een dagboek bij, maar dat werd nooit gevonden.

Meer informatie: nl.wikipedia.org