Of het nu op zichzelf is of als taart, dessert, jam of likeur - verse aardbeien zijn altijd een heerlijke traktatie.

De tuinaardbei werd voor het eerst gekweekt in Duitsland aan het einde van de 19e eeuw. Zijn smakelijke "kleine" zusje, de wilde aardbei, was echter al veel eerder bekend en werd al in het stenen tijdperk verzameld.

De aardbei behoort tot de rozenfamilie en wordt beschouwd als de "koningin" onder de bessen. Botanisch gezien is de aardbei echter helemaal geen "bes", maar een noot (samengevoegde vrucht). Het roodgekleurde vruchtlichaam is een pseudovrucht en de geelachtige stippen zijn de eigenlijke vruchten (noten).

Het aantal aardbeivariëteiten is divers en groot (licht- tot donkerrood, rond, ovaal of spits) en loopt nu in de duizenden. Ook de smaak varieert sterk van variëteit tot variëteit.

Meer informatie: www.meine-ernte.de