Fotosynthese is een ingewikkeld biochemisch proces waarbij groene planten, algen en sommige bacteriën zonlicht, water en koolstofdioxide omzetten in glucose en zuurstof. Dit proces vindt voornamelijk plaats in de chloroplasten, gespecialiseerde structuren binnen plantencellen. Chlorofyl, het pigment dat verantwoordelijk is voor de groene kleur van planten, absorbeert zonlicht en start het fotosyntheseproces.

Zonlicht levert de energie die nodig is om het fotosyntheseproces aan te drijven. De lichtenergie wordt geabsorbeerd door chlorofyl, wat een reeks chemische reacties in gang zet.

Water is een essentieel onderdeel van fotosynthese. Via een proces genaamd fotolyse worden watermoleculen gesplitst, waarbij zuurstof vrijkomt als bijproduct en elektronen worden geleverd die nodig zijn voor de productie van glucose.

Koolstofdioxide (CO2) is een cruciale grondstof in fotosynthese. Planten nemen het op uit de atmosfeer via kleine openingen genaamd stomata, die zich op het oppervlak van bladeren bevinden. Koolstofdioxide levert de koolstofatomen die nodig zijn voor de synthese van glucose.

Hoewel koolstofdioxide essentieel is voor fotosynthese en plantengroei, hebben de stijgende CO2-niveaus in de atmosfeer door menselijke activiteiten gevolgen voor het milieu en de wereldwijde klimaatverandering. Overmatige CO2-uitstoot draagt bij aan het broeikaseffect, wat leidt tot een stijging van de wereldwijde temperaturen.

Meer informatie: www.ugaoo.com