In absolute zin heeft de Tweede Wereldoorlog het grootste aantal dodelijke slachtoffers geëist van alle oorlogen in de wereldgeschiedenis. Kenmerkend is dat er opvallend veel burgerslachtoffers vielen. In vorige oorlogen werd een onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen maar dit principe werd in de Tweede Wereldoorlog op grote schaal verlaten.

Ook de oorlog tussen militairen was uitgesproken hard, vooral aan het oostfront. De internationaal overeengekomen regels voor oorlogvoering (vastgelegd in de Conventie van Genève) werden systematisch en op grote schaal overtreden, met name met betrekking tot de behandeling van krijgsgevangenen.

Over het algemeen wordt er van uitgegaan dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog 72,1 miljoen doden vielen. Ongeveer 2/3 van alle slachtoffers was burger, waarvan naar schatting meer dan 11 miljoen behoorden tot minderheden die stelselmatig werden vervolgd en vermoord.

In de voormalige Sovjet-Unie was de tol het hoogst: het totale aantal slachtoffers zou liggen rond de 23,6 miljoen doden (waarvan 11,9 miljoen burgerdoden). Dat is bijna 13,5% van de totale vooroorlogse bevolking.

China volgt op de tweede plaats met 19,6 miljoen doden waarvan 15,8 miljoen burgers. Duitsland (7,5 mlj.) en Polen (5 milj.) volgen. Qua burgerslachtoffers staat Nederlands-Indië overigens op de derde plaats (4 mlj.), na China en de Sovjet-Unie.

Meer informatie: nl.wikipedia.org