Boogschieten is de sport, praktijk of vaardigheid waarbij een boog wordt gebruikt om pijlen te schieten. Het woord komt van het Latijnse 'arcus', wat boog betekent. Historisch gezien werd boogschieten gebruikt voor jacht en gevechten. Tegenwoordig is het vooral een competitieve sport en recreatieve activiteit. Iemand die boogschiet wordt doorgaans een boogschutter genoemd.

In de jaren 1840 werden pogingen ondernomen om van deze recreatie een moderne sport te maken. De eerste bijeenkomst van de Grand National Archery Society vond plaats in York in 1844. In het volgende decennium werden de extravagante en feestelijke praktijken van vroeger geleidelijk afgeschaft en werden de regels gestandaardiseerd als de 'York Round' - een reeks schietrondes. Horace A. Ford hielp de normen voor boogschieten te verbeteren en introduceerde nieuwe technieken. Hij won elf keer op rij de Grand National en publiceerde in 1856 een invloedrijke gids over de sport.

In 1889 waren er nog maar 50 boogschietclubs in Groot-Brittannië, maar het werd nog steeds als sport opgenomen op de Olympische Spelen van 1900 in Parijs.

De National Archery Association van de Verenigde Staten werd in 1879 opgericht, mede door Maurice Thompson en zijn broer Will Thompson. Maurice was het eerste jaar voorzitter en Will was voorzitter in 1882, 1903 en 1904. De voorzitter in 1910 was Frank E Canfield. Tegenwoordig staat het bekend als USA Archery en wordt het erkend door het United States Olympic & Paralympic Committee.

Meer informatie: en.wikipedia.org