Columbus ontdekte met Amerika de indianen. Zij boden hem de tabaksbladeren aan. Hij was echter meer geïnteresseerd in goud. Columbus bracht de tabak mee naar Spanje. Men stond negatief tegenover het gebruik om tabak de roken. De kerk zei dat de plant afkomstig was van heidenen en dus van de duivel. Aanvankelijk dacht men dat de tabaksbladeren konden helpen tegen kwalen. De Fransman Jean Nicot die toen gezant Frankrijk in Lissabon was stuurde in 1560 de geneeskrachtige plant naar koningin Catherina Medici om haar van haar hoofdpijn af te helpen. Het enige wat ze hoefde te doen was het blad tegen haar voorhoofd te houden. Naar Jean Nicot is de tabaksplant (Nicotiana Tabacum) genoemd.

Meer informatie: www.jellinek.nl