Schimmels planten zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voort. De geslachtelijke voortplanting vindt plaats door middel van sporen, de ongeslachtelijke voortplanting gebeurt op vegetatieve wijze met schimmeldraden.

Als saprofyten (afbrekers of reducenten) spelen schimmels een belangrijke ecologische rol bij de biologische afbraak van dood plantaardig materiaal (bacteriën zijn vooral belangrijk bij de afbraak van dierlijk materiaal).

Veel schimmels leven in mutualistische symbiose met planten in de vorm van een mycorrhiza, door bijvoorbeeld voor bomen mineralen te absorberen en in ruil daarvoor suikers terug te krijgen voor hun eigen voeding. Op deze wijze verhogen schimmels de biodiversiteit, omdat de planten kunnen overleven in moeilijkere omstandigheden. Ook orchideeën leven vaak in een symbiotische relatie met een schimmel. Zeer algemeen bij allerlei plantengroepen is het endotrofe vesiculaire-arbusculaire mycorrhiza (VAM) uit de orde Glomeromycetes.

Meer informatie: nl.wikipedia.org