Schaal- en schelpdieren leven in de zee of in zoetwater. Schaal- en schelpdieren zijn officieel geen vissen, maar ze worden wel tot (magere) vis gerekend in de Schijf van Vijf.

Schelpdieren vallen onder de weekdieren. Onder de naam schelpdieren vallen meerdere soorten tweekleppige weekdieren, zeeslakken en schelpen. Schelpdieren leven gedeeltelijk in of op de zeebodem. Ze filteren het water en halen de benodigde voedingsstoffen eruit. Zaad en eitjes worden in het water vrijgelaten en extern bevrucht. De meeste soorten zijn hermafrodiet en kunnen gedurende hun leven zowel eitjes als zaad produceren.

Voorbeelden van schelpdieren zijn:

Mosselen

Oesters (de platte inheemse, ook wel Zeeuwse oester genoemd, of de Japanse oester)

Mesheften

Sint-Jakobsschelpen of coquilles Saint-Jacques

Kokkels

Slakken

Inktvissen (inwendige schelp)

Voorbeelden van schaaldieren zijn:

Kreeft (Zeekreeft, hoornkreeft, langoustine en rivierkreeft)

Garnalen (Hollandse en Noorse , kleine Aziatische en grote tropische garnalen, die ook bekend zijn als gamba’s)

Krab

Meer informatie: www.voedingscentrum.nl