Sprinkhanen behoren tot de onderorde Caelifera en zijn een van de oudste groepen van kauwende herbivore insecten. Ze bestaan al sinds het vroege Trias, ongeveer 250 miljoen jaar geleden.

Sprinkhanen leven meestal op de grond en hebben krachtige achterpoten waarmee ze snel kunnen ontsnappen aan bedreigingen door ver te springen. Hun voorpoten zijn korter en worden gebruikt om voedsel vast te pakken.

Sprinkhanen springen door hun grote achterpoten uit te strekken en zich af te zetten tegen de ondergrond, zoals de grond, een takje of een grasspriet. Deze kracht zorgt ervoor dat ze de lucht in worden gelanceerd. Een grote sprinkhaan, zoals een treksprinkhaan, kan zonder zijn vleugels ongeveer een meter ver springen, wat overeenkomt met twintig keer zijn lichaamslengte. De versnelling kan oplopen tot wel 20 g.

Meer informatie: en.wikipedia.org