Een aardbeving, ook wel beving of schok genoemd, is het trillen van het aardoppervlak door een plotselinge energieontlading in de lithosfeer, die seismische golven veroorzaakt. Aardbevingen variëren in intensiteit, van nauwelijks voelbare trillingen tot krachtige schokken die voorwerpen en mensen de lucht in kunnen slingeren, infrastructuur kunnen beschadigen en hele steden kunnen verwoesten. De seismische activiteit van een gebied wordt bepaald door de frequentie, het type en de grootte van de aardbevingen die er in een bepaalde periode plaatsvinden. De seismische activiteit op een specifieke locatie wordt gemeten als de gemiddelde snelheid van seismische energieontlading per volume-eenheid.

In brede zin beschrijft het woord aardbeving elke seismische gebeurtenis die seismische golven genereert. Aardbevingen kunnen natuurlijk voorkomen of door menselijke activiteiten worden veroorzaakt, zoals mijnbouw, fracking en kernproeven. Het beginpunt van de breuk wordt hypocentrum of focus genoemd, terwijl het punt direct erboven het epicentrum is. Aardbevingen worden voornamelijk veroorzaakt door geologische breuken, maar ook door vulkanische activiteit, aardverschuivingen en andere seismische gebeurtenissen. De frequentie, het type en de grootte van aardbevingen in een gebied bepalen de seismische activiteit, wat de gemiddelde snelheid van seismische energieontlading weerspiegelt.

Meer informatie: en.wikipedia.org