Doe je alsof een probleem niet bestaat? Dan steek je volgens het spreekwoord je kop in het zand. Niet letterlijk natuurlijk. Want dat doen alleen struisvogels, bij op de loer liggende problemen (denk aan een troep hongerige leeuwen). Toch?

Nee hoor. Een struisvogel zou wel gek zijn om bij gevaar zijn kop in het zand te steken, want dan zou hij wel een heel makkelijk hapje zijn voor hongerige roofdieren. En anders zou hij wel sterven door verstikking.

De Afrikaanse loopvogels steken regelmatig hun lange nek omlaag. Dat kan bijvoorbeeld zijn om voedsel te verzamelen. De dieren eten onder meer grassen, zaden en vruchten, maar ook kleine dieren zoals insecten en hagedissen: allemaal voedsel dat ze dicht bij de grond moeten zoeken. Ook nemen ze geregeld een hap zand of steentjes, want dat helpt de vogels bij het verteren van hun voedsel (ze kauwen niet, maar slikken alles in een keer door).

En als een stel struisvogels aan het broeden is, draaien ze om de zoveel tijd hun eieren om met hun kop. Die eieren leggen ze in een kleine kuil in de grond. Maar als het dier aanstormende leeuwen spot? Dan gaat de kop omhoog en gaat hij er gewoon vandoor. En snel ook: met hun lange poten halen struisvogels, de grootste vogels ter wereld, snelheden tot wel zeventig kilometer per uur.

Meer informatie: www.quest.nl