Wie is de grondlegger van cognitieve therapie?
Cognitieve Therapie (CT) is een vorm van psychotherapie die ontwikkeld is door de Amerikaanse psychiater Aaron T. Beck in de jaren zestig van de 20e eeuw. Hij onderzocht de psychoanalytische, of psychodynamische, veronderstelling dat een depressie voortkomt uit 'naar binnen geslagen woede' en zou verdwijnen als de oorzaak ervan werd opgespoord en de kwaadheid opnieuw beleefd en verwerkt zou worden. Een benadering dus die uitgaat van het verkrijgen van inzicht in onbewuste emoties en drijfveren. Beck ontwikkelde een theorie en een behandelingswijze waarbij de cognities van de patiënt centraal staan: zijn gedachten, fantasieën, herinneringen en zijn opvattingen over gebeurtenissen. Net als in de RET (rationeel-emotieve therapie ) die is ontwikkeld door Albert Ellis gaat Beck ervan uit dat het niet de gebeurtenissen zelf zijn die een mens negatieve gevoelens bezorgen en daardoor een bepaald gedragspatroon, maar de gekleurde bril waardoor hij de dingen ziet. Door deze 'disfunctionele' gedachten om te buigen en te leren gebeurtenissen anders te interpreteren komt er een objectievere kijk op de eigen gevoelens en waarnemingen, en kunnen negatieve gevoelens verdwijnen waardoor ook het gedrag verandert. Beck heeft een hele lijst van denkfouten samengesteld, die een depressie zouden kunnen veroorzaken en in stand houden.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE