De eed van Hippocrates is een eed waarin artsen zichzelf verplichten bepaalde beroepsregels te zullen handhaven. De eed is opgesteld in het Oudgrieks en is vernoemd naar de Griekse arts Hippocrates, die omstreeks 400 v.Chr. zijn leerlingen van het Asklepieion op het eiland Kos deze belofte liet afleggen.

In het "gebed van de arts" van de joodse arts Maimonides legt de arts zich dezelfde plicht op.

In 1878 werd er in Nederland een artseneed ingevoerd, die was gebaseerd op de eed van Hippocrates. Deze artseneed werd door de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) en de VSNU (Vereniging van Samenwerkende Universiteiten in Nederland) in 2003 vervangen door een andere eed, die in 2010 nog op enkele punten is aangepast. Nog steeds leggen medisch studenten een eed of gelofte af op het moment dat zij hun artsbevoegdheid krijgen. Dit heeft op zich geen juridische betekenis.

Er bestaan verschillende vormen van de artseneed van de grondlegger van de westerse geneeskunde. De huidige eed van de KNMG lijkt – naar de letter van de tekst genomen – weinig meer op de oorspronkelijke versie van de eed van Hippocrates. Het verbod op euthanasie en abortus provocatus is niet meer in de nieuwe eed opgenomen. Uit de nieuwe eed blijkt respect van de medicus voor het leven, inclusief de dood, die naar de huidige maatstaven voor een arts eveneens deel uitmaakt van het menselijk bestaan.

Meer informatie: nl.wikipedia.org