Het Altaarstuk van het Schrijnwerkerambacht is een altaarstuk in renaissancestijl dat Quinten Massijs (I) maakte in 1511. Het wordt soms ook wel het Passie-altaarstuk of het Martelaarsaltaarstuk genoemd, naar de scènes van de marteldood van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist op de zijpanelen. Beide heiligen waren beschermheren van timmerlieden en verschenen ook in grisaille op de buitenkant van de zijpanelen. Het centrale paneel toont de Bewening van de Dode Christus.

In 1533 overleefde het werk een grote brand in de Antwerpse O.-L.-Vrouwekerk, later ook de Beelddenstorm van 1566. Zowel Filips II van Spanje als Elizabeth I van Engeland probeerden het werk te kopen, maar kunstschilder Maerten de Vos wist de stadsraad ervan te overtuigen het werk te kopen om te voorkomen dat het naar het buitenland zou gaan. Het altaarstuk hangt in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA).

Quinten Massijs I (1466-1530), oorspronkelijk Quinten Metsys wordt beschouwd als de laatste belangrijke vertegenwoordiger van de Vlaamse Primitieven. Hij schilderde vooral religieuze werken maar staat ook bekend om zijn vaak groteske portretten. Zijn creaties munten vooral uit in het coloriet (kleurgebruik) en uitgewogen composities. Hij wordt beschouwd als de eerste grote schilder van de Antwerpse School.

Meer informatie: nl.wikipedia.org