Het Isenheimaltaar is een gebeeldhouwde en geschilderde polyptiek die oorspronkelijk stond het klooster van Isenheim, in de Elzas. Het werd gemaakt tussen 1512 en 1516. Het beeldhouwwerk is van Niklaus von Hagenau maar de beschilderde panelen zijn van Matthias Grünewald (ca 1475/80-1528). Het kunstwerk, dat geldt als een van de belangrijkste voorbeelden van middeleeuwse kunst, staat in het Musée Unterlinden in Colmar.

De broeders van de Orde van Sint-Antonius legden zich toe op de ziekenzorg, in het bijzonder van slachtoffers van de pest en van kriebelziekte die ook wel eens sint-antoniusvuur werd genoemd.

De houten panelen bestaan uit lindenhout. Ze zijn beschilderd met tempera en met olieverf. In gesloten toestand toont het de kruisiging van Christus. Het linkerzijpaneel toont Sint Sebastiaan, patroonheilige van de pestlijders, en het rechterzijpaneel Sint Antonius, patroonheilige van het hospitaal. Op het onderste paneel, de predella, is de graflegging afgebeeld.

Het geopende altaarstuk beeldt drie scènes uit het leven van Christus af: de annunciatie, een concert van engelen voor Maria met Kind en de opstanding. De achterzijde toont toont twee esoterische scènes: de heiligen Paulus en Antonius in de woestijn en de verzoeking van de heilige Antonius.

In de Franse Revolutie werd het klooster afgeschaft. In 1852 werd het altaarstuk overgebracht naar de kerk van het voormalige dominicanenklooster Unterlinden dat werd verbouwd tot een museum gewijd aan middeleeuwse kunst.

Meer informatie: nl.wikipedia.org