De prinses op de erwt (oorspronkelijke titel: Prindsessen paa Ærten) is een sprookje van Hans Christian Andersen. Het verscheen voor het eerst in 1835. Hans Christian Andersen (Odense, 2 april 1805 – Kopenhagen, 4 augustus 1875) was een Deens schrijver en dichter, het bekendst om zijn sprookjes. In eigen land wordt hij gewoonlijk bij zijn voorletters H.C. Andersen genoemd (Deense uitspraak: ho cee). Zijn debuut was in 1827 met het gedicht Det døende Barn (Het stervende kind) dat hem zeer onder de aandacht bracht. In 1835 werd de roman Improvisatoren (De improvisator) uitgebracht na een studiereis door Europa. Deze roman was zowel een pittoreske beschrijving van Italië als een autobiografie. In 1835 werd ook zijn eerste verzameling Eventyr, fortalt for Børn (Sprookjes, aan kinderen verteld) uitgegeven. Dit waren hervertellingen van veelal traditionele sprookjes. Het was geschreven in een verfijnde vorm, vaak met een dubbele bodem, die voor kinderen te begrijpen was, terwijl de bundel op volwassenen geënt was. Zijn latere sprookjesbundels, vol eigen sprookjes met een grote spanwijdte, weken verder en verder van kinderliteratuur af. Ze vallen in meerdere categorieën uiteen, vanaf de poëtisch-filosofische mythe tot aan realistischer korte verhalen.

Meer informatie: nl.wikipedia.org