ADVERTENTIE
Wie staat er in de demonologie bekend als een van de zeven vorsten van de hel?
Beëlzebub (Hebreeuws volksetymologisch afgeleid van בַּעַל זְבוּב, Ba'al Zebub, letterlijk "heer van de vliegen") is een Bijbelse spotnaam voor Beëlzebul (afgeleid van Baäl-Zebul) dat "heer van het huis" betekent. In de Hebreeuwse Bijbel komt de naam Baäl-Zebub voor als de afgod van Ekron, een Filistijnse stad. De Septuagint gaf de naam weer als βααλζεβούβ, Baalzebub en βααλ μυιαν, Baal muian, "Baäl van vliegen". Als het gaat om de god van Ekron, wordt soms aangenomen dat zebub het originele affix bij Baäl was en een vervanging van een oorspronkelijk zbl, dat sinds de ontdekkingen in Ugarit wordt verbonden aan de titel "prins", die in mythologische teksten vaak voor Baäl wordt gebruikt. Baäl-Zebub was in het Hebreeuws een woordspeling op Baäl-Zebul, want zebul betekende "van het huis" en met Baäl-Zebub werd neerbuigend geprobeerd de vijanden van de Israëlieten te beledigen. Daarnaast werd lange tijd gedacht dat er een relatie was tussen de Filistijnse god en cultussen rondom vliegen - met een verwijzing naar de zienswijze dat ze een plaag zijn, die zich tegoed doen aan uitwerpselen - die in de Hellenistische wereld voorkwamen, zoals Zeus Apomyios of Myiagros. Deze laatste verbinding wordt bevestigd door Ugaritische teksten waarin werd onderzocht hoe Baäl hielp bij het verdrijven van vliegen die iemand ziek maakten.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE