ADVERTENTIE
Wie stond tijdens WO II in Frankrijk bekend als 'La Dame qui boite' (de dame die mank loopt)?
Hall werd geboren als kind van een rijke ondernemersfamilie uit Baltimore. Ze studeerde Frans, Italiaans en Duits aan de prestigieuze Amerikaanse liberal arts colleges Radcliffe College en Barnard College en vertrok daarna naar Europa om haar studie daar voort te zetten. Ze studeerde in Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk tot ze in juli 1931 een functie als administratief medewerker kreeg bij de Amerikaanse ambassade in de Poolse hoofdstad Warschau. In april 1933 werd ze overgeplaatst naar het Amerikaanse consulaat in de Turkse stad İzmir.
Op 8 december 1933 schoot ze zichzelf per ongeluk in haar linkerbeen toen ze over een hek klom tijdens een jachtexpeditie in Turkije. Haar been werd onder de knie afgezet en vervangen met een houten beenprothese die ze gekscherend de bijnaam "Cuthbert" gaf. Door de beenprothese zou ze de Franse bijnaam 'la dame qui boite' ("de dame die mank loopt") krijgen.
In zowel Britse als Amerikaanse dienst hielp ze o.a. de activiteiten van de Résistance te coördineren. Ze vond safehouses voor onderduikers en geallieerde vliegeniers, regelde ontsnappingen van geallieerde krijgsgevangenen, organiseerde ze sabotageacties tegen Duitse voorraadlijnen, en zorgde voor bevoorrading van de Résistance per parachute.
Voor haar verdiensten werd ze in 1943 opgenomen als erelid in de Orde van het Britse Rijk en in 1945 onderscheiden met het Distinguished Service Cross. Ze was de enige niet-militaire vrouw die deze onderscheiding kreeg tijdens WO II.
Meer informatie:
www.cia.gov
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE