Flavius Valerius Aurelius Constantinus (Naissus, 27 februari ca. 273 of ca. 280 - Ancyrona, 22 mei 337), bekend als Constantijn I de Grote, was een Romeins keizer. In juli 306 werd hij door zijn troepen uitgeroepen tot imperator en Augustus. Vanaf 308 werd hij als imperator en Augustus erkend. Door allianties, militaire overwinningen en meevallers (onder meer de verdrinkingsdood van Maxentius in 312 bij de slag bij de Milvische brug) ging hij een steeds groter deel van het Romeinse Rijk regeren tot hij vanaf 324 alleenheerser werd.

Constantijn is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die het christendom zou hebben aangehangen, en die de grondslag legde voor de christelijke fase van het Romeinse Rijk dat zich verder zou ontwikkelen tot het Byzantijnse Rijk. Met zijn edict van Milaan (313) maakte Constantijn een einde aan de christenvervolgingen.

Een andere grote daad was de verplaatsing van de keizerlijke residentie naar Byzantion, dat hij zelf Nova Roma noemde, maar later naar hem Constantinopel (Κωνσταντινούπολις Kōnstantinoúpolis, "Stad van Constantijn") werd genoemd. Constantinopel was strategisch gelegen aan een kruispunt van zowel land- als zeeroutes, en dichter bij het economische zwaartepunt van het rijk. In 359 zou het officieel de hoofdstad van het Romeinse Rijk worden.

Meer informatie: nl.wikipedia.org