Aphrodite (Oudgrieks: Ἀφροδίτη, Aphrodítē) is in de Griekse mythologie de godin van onder andere de liefde, de schoonheid, de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Sommigen beschouwen haar ook als de godin van het evenwicht. Ze is voortgekomen uit de Fenicische godin Astarte, maar door de Grieken zo naar hun aanleg en behoeften hervormd, dat zij een echt Griekse godin is geworden.

Hoewel het beeld van Aphrodite – voornamelijk dat van Aphrodite Urania – veel oosterse kenmerken vertoont, is haar mogelijk oosterse oorsprong omstreden. Sommige geleerden dichten haar een Indo-Europese oorsprong toe, zij het met onmiskenbaar oosterse kenmerken. De rol van Cyprus schijnt belangrijk te zijn geweest voor het oosterse element in het Griekse Aphroditebeeld. Buiten de oosterse hypothese is er de weinig waarschijnlijke stelling van Tümpel dat ze van Thessalische oorsprong zou zijn, daar haar cultus in Thessalië en Boeotië zeer verbreid was. Indien we in de naakte vrouw van wie de genitaliën sterk gemarkeerd zijn en die omringd wordt door vogels op enkele gouden plaatjes uit Myceense schachtgraven, al een voorstelling van Aphrodite mogen zien, moet men zich afvragen in hoeverre ook de Myceense en zelfs de Minoïsche beschaving al onder oosterse invloed stond. Door sommige antieke auteurs werd ze beschouwd als de oudste van de Moiren (schikgodinnen).

Meer informatie: nl.wikipedia.org