Volgens de christelijke traditie zond Jezus discipelen uit om zijn boodschap te verspreiden. Twaalf van hen, die tot de binnenste kring van Jezus' aanhangers behoorden, worden van de overige volgelingen van Jezus onderscheiden doordat zij "De Twaalf" genoemd worden

Na de toetreding van Mattias waren de apostelen:

Andreas (broer van Simon Petrus)

Bartolomeüs

Filippus

Jakobus (zoon van Alfeüs)

Jakobus de Meerdere (zoon van Zebedeüs, met zijn broer bijgenaamd Boanerges, "zonen van de donder")

Johannes (zoon van Zebedeüs, met zijn broer bijgenaamd Boanerges, "zonen van de donder")

Judas Taddeüs (ook wel Judas Lebbeüs genoemd, broer van Jakobus de Rechtvaardige)

Matteüs (ook wel Levi genoemd)

Mattias (nam na de hemelvaart de plaats in van Judas Iskariot)

Simon Petrus (Petrus is een vertaling van zijn bijnaam Kefas)

Simon (met vaak als toevoeging "de Zeloot" of "de IJveraar")

Thomas

Meer informatie: nl.m.wikipedia.org