Aeolus (in verouderd Nederlands soms Eool genoemd) is een figuur uit de Griekse en Romeinse mythologie. Hij was een zoon van Poseidon die door Zeus werd aangesteld als de bewaarder van de vier winden.

Die werden personifieerd door vier windgoden (Anemoi): Boreas (in de Romeinse mythologie Aquilo genoemd, de noordenwind), Notos (Auster, de zuidenwind), Euros (Vulturnus, de oostenwind) en Zephyrus (Favonius, de westenwind). Aeolus hield deze winden opgesloten in een grot en kon ze als hij dat wilde uitzenden om wind te brengen.

Aeolus ontmoette Odysseus op de Liparische Eilanden. Hij gaf deze een zak mee, waarin de tegenwinden zaten, zodat Odysseus nooit last van tegenwind zou hebben. De reisgenoten van Odysseus lieten die per ongeluk ontsnappen waardoor Odysseus zijn bestemming nog niet kon bereiken.

Aeolus was eveneens de godheid die ervoor zorgde dat de Grieken niet konden uitvaren naar Troje (dit op aandringen van Artemis), alvorens koning Agamemnon zijn dochter Iphigeneia aan de godin zou offeren.

In Vergillius' Aeneis is hij het juist die in opdracht van Juno de winden op de schepen van Aeneas en de Trojanen laat storten. Hierdoor lijden ze schipbreuk en raakt Aeneas op het eiland waar Dido regeert.

Aeolus heeft in de Metamorphosen van Ovidius een kleine rol gespeeld. Hier houdt Aeolus de winden stil zodat Alcyone, reeds veranderd in een ijsvogel, kon broeden op een kalme zee.

Een winturbine wordt in het Frans 'éolienne' genoemd.

Meer informatie: nl.wikipedia.org