De School van Barbizon (ook wel de Tweede School van Fontainebleau genoemd) was een groep Franse landschapsschilders die in de periode 1830 tot 1870 actief waren in de omgeving van het Franse plaatsje Barbizon bij Fontainebleau.

Uitgangspunt was het realistisch schilderen van landschappen als reactie op de romantiek. Er werd geschilderd in de vrije natuur, waarbij veel aandacht werd besteed aan het neerzetten van kleuren die een bepaalde stemming aangaven. De manier van schilderen wordt wel beschouwd als voorloper van het impressionisme. In België ontstond rond 1870 onder invloed van Hippolyte Boulenger de School van Tervuren.

Over het algemeen wordt Théodore Rousseau (1812-1867) beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de School van Barbizon. In 1833 bezocht hij voor het eerst het bos van Fontainebleau en raakte bekoord door zijn grootsheid en mysterie. In 1847 vestigde hij zich definitief in Barbizon.

Na de Parijse revolutie van 1848 kreeg het publiek interesse in werk van de kunstenaars van Barbizon. In 1850 leverde Rousseau zijn meesterstuk af: La sortie de forêt à Fontainebleau, au soleil couchant. Op de Wereldtentoonstelling van 1855 in Parijs werd een hele zaal gevuld met zijn werken.

Andere bekende vertegenwoordigers van de School van Barbizon: Jean-Baptiste Camille Corot, Jules Dupré, Charles-François Daubigny, Jean-François Millet en de Nederlander Johan Barthold Jongkind.

Meer informatie: nl.wikipedia.org