ADVERTENTIE
Door welke beroepsgroep wordt aan het begin van hun carrière de eed van Hippocrates afgelegd?
De eed van Hippocrates is een eed waarin artsen zichzelf verplichten bepaalde beroepsregels te zullen handhaven. De eed is opgesteld in het Oudgrieks en is vernoemd naar de Griekse arts Hippocrates, die omstreeks 400 v.Chr. zijn leerlingen van het Asklepieion op het eiland Kos deze belofte liet afleggen.
Door hun specifieke medische kennis zijn artsen bij uitstek in staat om ook adviezen over zelfdoding of over het toedienen van gif te geven. Volgens de Eed van Hippocrates mocht een arts zijn kennis echter niet als gifmenger of handlanger van een moordenaar gebruiken, ook niet wanneer iemand – de patiënt of iemand anders – daarom vroeg. Dat wil niet zeggen dat artsen zich daar in het verleden ook nooit toe hebben geleend. Op verzoek van hun patiënten werkten artsen soms wél mee aan zelfdoding door hen gif toe te dienen of hun aderen te openen. Zo waren er artsen betrokken bij de zelfgekozen dood van Seneca; ze openden voor deze voluntaria mors (Latijn voor zelfgekozen dood) zijn aderen in armen en benen. Een dergelijk verzoek werd echter niet altijd opgevolgd; toen de aan een zware hartkwaal lijdende Hadrianus om hulp bij zijn zelfgekozen dood vroeg, weigerden zijn artsen dat. De wil van de arts was in de oudheid vaak onderworpen aan die van zijn patiënt. Artsen waren vaak als lijfarts bij hun patiënt in dienst of zij waren zelfs slaven; ze werden verondersteld te helpen zonder daarbij vragen te stellen.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE