Het Kasteel van Vincennes (Frans: Château de Vincennes) is een voormalige koninklijke residentie even ten oosten van Parijs. Het is gelegen aan de rand van het Bois de Vincennes, dat tot de stad Parijs behoort, terwijl het kasteel zelf in de gemeente Vincennes ligt.

Het jachthuis dat Lodewijk VII hier rond 1150 had opgetrokken, werd in de 13e eeuw door Lodewijk de Heilige veranderd in een landhuis waar verschillende Franse koningen werden geboren.

Rond 1337 besloot Filips VI van Valois de plek te versterken met een donjon ten westen van het gebouw. Met 52 meter is het het meest imposante middeleeuwse verdedigingsbouwwerk van Europa. De Valois bouwden rond 1410 ook een monumentale omwalling van meer dan een kilometer lengte met drie poorten en negen veertig meter hoge torens.

In de 17e eeuw bouwde de architect Louis Le Vau voor Lodewijk XIV vleugels voor de koning en de koningin. Daarmee werd het kasteel de derde koninklijke residentie. De constructie werd echter niet doorgezet omdat het Kasteel van Versailles alle aandacht opeiste.

Nicolas Fouquet, de schatbewaarder van Lodewijk XIV, zat hier gevangen en na hem ook de Markies de Sade, Mirabeau en Denis Diderot. In 1917 werd Mata Hari op beschuldiging van spionage gefusilleerd op het kasteelterrein. In 1964 wenste Charles de Gaulle van het Élysée te verhuizen naar Vincennes, omdat hij het Parijse paleis niet prestigieus genoeg vond; van het plan kwam echter niets.

Meer informatie: nl.wikipedia.org