Hoe wordt de onderkant van de hoef van een paard genoemd?
De hoef is een uitgroeisel of verlengstuk van de huid. Het is een bijzondere vorm van huid die bestaat uit verhoornde cellen. De hoef van een paard komt overeen met de nagel van andere zoogdieren. Bij de voeten van het paard gaat de opperhuid aan de hoornrand over in de hoef met de hoeflederhuid, waarbij de hoornige hoef dan de voortzetting van de opperhuid is en de hoeflederhuid de voortzetting is van de behaarde lederhuid. In de hoeflederhuid komen geen haarzakjes voor en ook geen smeerklieren, verder zo goed als geen zweetklieren (die zijn alleen nog aanwezig in de straallederhuid). Afhankelijk van de plaats onder de hoornige hoef noemen we de hoeflederhuid zoom-, kroon-, wand-, zool-, straal- en steunsellederhuid. De drie eerstgenoemde liggen aan de voor- en zijvlakken van de hoef, direct onder het hoorn; de drie laatstgenoemde delen liggen aan de onderkant van de hoef, eveneens direct onder het hoorn. De lederhuid is voorzien van viltachtige vlokken. De wandlederhuid echter heeft plaatjes in plaats van vlokken. De hoeflederhuid die anders dan de hoornlaag en de opperhuid zenuwen en bloedvaten bevat, wordt ook wel aangeduid als “het leven”. Bij een vernageling (verkeerd geslagen hoefnagel) gaat de nagel niet alleen door het hoorn, maar ook door de hoeflederhuid. “Het leven” is dan geraakt.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE