Het slijmvlies in ons ene neusgat is altijd een beetje meer gezwollen dan in het andere. Dat komt doordat de bloedvaten erin zich verwijden, zodat er meer bloed in komt. Na twee of drie uur neemt de zwelling af en zwelt het slijmvlies van je andere neusgat op. Zo blijven ze elkaar afwisselen: dat noemen we de nasale cyclus. De lengte verschilt per persoon, maar duurt doorgaans een paar uur.

De neusslijmvliezen filteren nogal wat viezigheid uit de lucht, waaronder virussen en bacteriën. Om die op te ruimen, is bloed nodig en dus een gezwollen slijmvlies. Maar je wilt ook goed door je neus kunnen ademen. Dus is telkens één neusgat maximaal open, terwijl het andere een opruimbeurt krijgt. Van die zwelling merk je meestal niks, tenzij je snipverkouden bent.

Ons autonome zenuwstelsel stuurt het beurtelings zwellen en krimpen van de neusgaten aan. Waarschijnlijk omdat het onbewust gebeurt, is de nasale cyclus niet bij iedereen bekend. Hoewel het in de yogaliteratuur al eeuwen omschreven wordt, is de naam ‘nasale cyclus’ pas een eeuw geleden door de Duitse medicus Richard Kayser eraan toebedacht.

Je kunt jouw persoonlijke cyclus vaststellen door een vinger horizontaal onder je neusgaten te houden en stevig via je neus uit te ademen. Waarschijnlijk voel je dan uit het ene neusgat meer lucht stromen, dan uit de andere. Als je dat na een uur of 2 nogmaals doet, zal de situatie waarschijnlijk omgekeerd zijn, en anders kun je het nog een uur later nog eens proberen.

Meer informatie: www.kijkmagazine.nl