Bloedplasma is licht- tot grijsgeel van kleur en speelt, naast rode bloedcellen en bloedplaatjes, een belangrijke rol in de bloedtransfusie. Bloedplasma bevat proteïnen, voedingsstoffen, metabole eindproducten, hormonen en anorganische elektrolyten. Bloedplasma heeft de eigenschappen van een pH-buffer, deze eigenschap wordt alkalireserve genoemd. 5 liter bloed bestaat ongeveer uit 3 liter plasma en 2 liter cellen, afhankelijk van de hematocriet. Het plasma bestaat voor 92% uit water. Water fungeert als warmtebuffer, het kan door zijn hoge soortelijke warmte gemakkelijk overtollige warmte opnemen en elders weer afgeven, zonder zelf veel van temperatuur te veranderen. De tweede belangrijke functie van water is die van oplosmiddel.

7% uit plasmaproteïnen zoals: albumine, globulines en fibrinogeen. Albuminen zijn langgerekte eiwitmoleculen, die vooral een rol spelen bij het constant houden van de osmotische waarden. Globulinen zijn kleine bolvormige eiwitmoleculen met transportfuncties, of dienen als antistoffen (immunoglobulinen). Fibrinogeen heeft een belangrijke functie bij de bloedstolling.

0,9% uit anorganische stoffen zoals kalium, natrium en calcium.

0,1% uit andere organische stoffen zoals glucose, vetten, antistoffen, enzymen en hormonen.

Meer informatie: nl.wikipedia.org