Belangrijke regels en begrippen bij ijshockey, kijk voor alle begrippen op Categorie:IJshockeyterminologie. Kijk hier voor de uitleg over de ijshockeybaan:

Face-off: Twee spelers staan tegenover elkaar in een cirkel, de face-offcirkel. De overige spelers staan rondom de cirkel op eigen helft. De scheidsrechter gooit de puck tussen de twee spelers die deze naar medespelers proberen te spelen.

Icing: Wanneer team A de puck vanaf eigen helft over de achterlijn van de team B schiet. Er komt hierop een face-off in het verdedigingsvak van team A. Sinds seizoen 2009-2010 mag team A op dat moment niet wisselen.

Powerplay: Situatie waarbij een ploeg met een (of twee) speler(s) meer speelt dan de tegenstander (ten gevolge van een penalty). Als er een doelpunt valt voor het team dat een powerplay heeft, heet dat een powerplay goal.

Checken: de tegenstander een (reglementaire) duw geven.

Offside: wanneer een speler eerder in het aanvalsvak komt dan de puck.

Boarding: de omzoming om het veld. De boarding is 1,22 m hoog. Meestal wordt de boarding aangevuld met een net of een wand van plexiglas, om te voorkomen dat een puck in het publiek belandt en letsel veroorzaakt.

Shorthanded: Als een ploeg in de minderheid is vanwege een penalty. Als deze ploeg weet te scoren is het een shorthanded goal.

Meer informatie: nl.wikipedia.org