De Slag bij de Little Bighorn, ook wel Custer's Last Stand en Battle of the Greasy Grass was een slag tussen Indianen en het Amerikaanse leger, die op 25 juni 1876 plaatsvond in een vallei van de rivier Little Bighorn, nabij Crow Agency in Montana.

De voornaamste aanleiding was dat twee indianenstammen, namelijk Sioux en Cheyenne, hun reservaten verlieten en zich verzamelden in Montana om onder leiding van Sioux opperhoofden Sitting Bull, Crazy Horse en Touch the Clouds verder te vechten tegen de blanken.

Om de indianen terug te dwingen naar hun reservaten zette de US Army drie eenheden in, 1000 man onder generaal George Crook, en de Zevende Cavalerie onder leiding van generaal George Armstrong Custer, een onderscheiden en veelbelovende jonge bevelvoerder uit de Amerikaanse Burgeroorlog.

Op 25 juni zag Custer het indianenkampement op ongeveer 15 mijl afstand liggen. Tevens zag hij een groep van ongeveer 40 krijgers. Om te verhinderen dat deze groep het kampement zou waarschuwen verdeelde Custer zijn groep in drieën en zette hij de aanval in, een bevel van hogerhand naast zich neerleggend. Eén aanvalsgroep moest de krijgers verhinderen het kampement te bereiken. Een tweede aanvalsgroep zou de groep krijgers aanvallen en daarna samenkomen met de derde aanvalsgroep om het kampement aan te vallen.

Meer informatie: nl.wikipedia.org