Het woord alfabet is afgeleid van alpha en bèta, de eerste twee symbolen van het Griekse alfabet. Als er één uitvinder van het alfabetschrift was, dan was dat een genie: hij ontdekte dat je met circa 25 tekens alles kon schrijven wat nodig is. Waarschijnlijker is het echter dat het alfabetschrift een collectieve uitvinding is. Het alfabetschrift werd uitgevonden door Semitische volkeren, waarvan de Feniciërs de bekendste waren. Via hun contacten met omringende volkeren namen, met de nodige aanpassingen, de Grieken, Hebreeërs en Arabieren dit alfabet over. Via de Grieken namen ook de Romeinen het over en na de nodige aanpassingen werd dit het Latijnse alfabet. Omdat het alfabet oorspronkelijk afkomstig was van Semitische volkeren, bij wie de betekenis van de woorden grotendeels bepaald wordt door de medeklinkers, was het alfabet een consonantenschrift. Toen de Grieken het aanpasten aan hun taal reserveerden ze enkele letters, die in het Grieks niet nodig waren, voor klinkers: de He werd een E, de Samek een O, de Alef een A.

Meer informatie: nl.wikipedia.org