Glasnost is een Russisch woord dat 'openheid' betekent. Het werd in 1986 door Michail Gorbatsjov als leuze gelanceerd, samen met perestrojka (staatkundige en economische hervormingen) en uskorenie (versnelling). Met die begrippen wilde Gorbatsjov de centraal geleide economie van de Sovjet-Unie weer op de rails te krijgen.

Tot halverwege de jaren 1980 was 'glasnost' een heel neutraal woord. Door de hervormingen in de Sovjet-Unie kreeg het een ideologische lading en raakte het wereldwijd bekend.

Al snel na zijn aantreden in maart 1985 sprak Gorbatsjov over de noodzaak van hervormingen in de Sovjet-Unie. Een van de belangrijke steunpilaren daarvoor was openheid over het handelen van de staat: als het volk daar geen inzicht in had, kon het ook niet betrokken zijn bij het bestuur van het land en arbeiderszelfbestuur was essentieel voor het communisme.

De openheid bracht ook met zich mee dat misstanden in het land aan de kaak gesteld konden worden. In die zin was 'glasnost' een katalysator voor etnische groepen en volken om hun stem te laten horen en onafhankelijkheid te eisen, wat uiteindelijk heeft geleid tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Meer informatie: nl.wikipedia.org