De goliathvogelspin (Theraphosa blondi) is een spin uit de familie vogelspinnen (Theraphosidae). De spin dankt zijn naam aan een kopergravure van de Duits-Nederlandse entomologe Maria Sibylla Merian in Metamorphosis insectorum Surinamensium, waarop te zien is hoe een exemplaar van deze soort een kolibrie eet.

De maximale lichaamslengte bedraagt ongeveer 12 centimeter. Dergelijke exemplaren hebben een spanwijdte van de poten tot 30 cm en wegen meer dan 170 gram. Hiermee is het een van de grootste spinnen ter wereld. De lichaamskleur is donker- tot lichtbruin met een vage tekening op de poten. De goliathvogelspin heeft haar op zijn kopborststuk, achterlijf en poten.

De spin is vrij onschadelijk voor de mens. Zoals alle vogelspinnen heeft deze soort kaken die door de huid kunnen dringen. De spin is wel zeer prikkelbaar en defensief en zal bij de minste verstoring brandharen op het achterlijf afwerpen. Bij verstoring maakt de spin een sissend geluid en wordt een dreighouding aangenomen waarbij de kaken worden getoond. Bij een aanval kan de spin voorwaarts springen alvorens de belager te bijten. Bij een beet wordt een relatief ongevaarlijk gif ingespoten waarvan de uitwerking vergelijkbaar is met een wespensteek.

Meer informatie: nl.wikipedia.org