Een bloedgroep is een classificatie van bloed bepaald door het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde moleculen ('antigenen') op de buitenkant van het celmembraan van de rode bloedcellen. Deze antigenen zijn macromoleculen, dat wil zeggen, verbindingen met een grote molecuulmassa. Bloedgroepantigenen kunnen eiwitten, koolhydraten, glycoproteïnen of glycolipiden zijn. Sommige van deze antigenen worden gecodeerd uit één allel (of sterk verbonden genen). Deze worden samen een bloedgroepensysteem genoemd.

Bloedgroepen zijn erfelijk en worden van beide ouders overgedragen.

Het belangrijkste bloedgroepensysteem is AB0. De bloedgroep wordt bepaald door een enkel gen, waarvan er drie verschillende allelen zijn: A, B en 0 (nul). Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar. Aangezien de mens diploïd is, wordt de bloedgroep bepaald door een combinatie van twee allelen.

Niet elke bloedgroep komt even vaak voor. In Nederland en België is 0+ de meest voorkomende en AB- de minst frequent voorkomende bloedgroep. Tevens is er een verschil in de verdeling tussen etnische groepen. Zo komt bij mensen van Afrikaanse origine vaak bloedgroep A voor en bij Aziaten komt vaak bloedgroep B voor.

Meer informatie: nl.wikipedia.org