Röntgenstraling (vroeger, en in sommige talen nog steeds, x-straling), vernoemd naar de ontdekker ervan, Wilhelm Röntgen, is elektromagnetische straling, in het elektromagnetisch spectrum liggend tussen ultraviolet licht en gammastraling. De golflengtebegrenzing is enigszins willekeurig. Men spreekt van röntgenstraling als de golflengte van de straling tussen ongeveer 1 pm (picometer) en 10 nm (nanometer) ligt. Deze band correspondeert met een energie van ongeveer 124 eV (elektronvolt) tot 1240 keV. Behalve de straling met voornoemde golflengtes, benoemt men op het spectrum ook wel de zogeheten zachte röntgenstraling, met een golflengte tussen de 10 en 100 nm.

Röntgenstraling wordt evenals ultraviolette straling door de aardatmosfeer tegengehouden, zodat de röntgenstraling van de zon ons niet bereikt. Röntgenstraling is een vorm van ioniserende straling en kan in stoffen waar hij op valt chemische reacties teweegbrengen. Als de bestraalde stof levend weefsel is, kan dit leiden tot stralingsschade aan het DNA, en dus tot mutaties, en eventueel tot kanker. Onnodige blootstelling aan röntgenstraling, of enige andere vorm van ioniserende straling, dient dus vermeden te worden.

Meer informatie: nl.wikipedia.org