Het atoomnummer (Z) geeft weer hoeveel protonen er in de kern zitten. Dit correspondeert met één van de vele elementen. Hoe groter de kern wordt, hoe instabieler deze zal worden. Daarom dat de grotere elementen radioactief zijn.

Lood is het grootste stabiele element met vier stabiele isotopen. Van bismuth werd er gedacht dat deze ook een stabiele isotoop zou hebben, maar in 2003 is er toch een hele lichte verval waargenomen (halfwaardetijd 10 miljard keer groter dan de leeftijd van het universum). Dit maakt bismut echter niet gevaarlijk radioactief.

Hiermee is lood het grootste element wat nog stabiele isotopen heeft en goud het grootste element wat één stabiele isotoop heeft.

Meer informatie: en.m.wikipedia.org