Het reukvermogen van je hond is het belangrijkste zintuig dat je hond heeft. Als je kijkt naar de hersenen van je hond, dan is 35% van de hondenhersenen gericht op het analyseren en herkennen van geuren. Bij mensen is dit 5%. Bij ons is het gedeelte om bezig te zijn met wat we zien dan weer veel groter dan bij je hond.

Je hond heeft behoorlijk wat reukcellen in zijn neusholte, namelijk tussen de 125 en 300 miljoen. En wij mensen? Wij hebben er 5 miljoen.

Wij staan dus 0-1000 achter op onze hond wat ruiken betreft. Het is voor ons echt onmogelijk om ons voor te stellen wat onze hond allemaal ruikt.

Wij ruiken een totaalbeeld, wij herkennen bijvoorbeeld de geur van appeltaart. Je hond ruikt kaneel, de rozijnen, het bakmeel, appel, dus alle ingrediënten apart.

Stel je eens voor dat je kijkt naar een schilderij en dat je alle penseelstreken apart zou zien in plaats van één afbeelding. Ook de streken die onder de drie andere lagen verf zitten.

Zo ruikt je hond dus de hele wereld om zich heen.

Je hond heeft tussen beide neusgaten een dicht tussenschot. Geuren komen dus in twee aparte compartimenten in zijn neus binnen. Je hond kan dus bepalen uit welke richting een geur komt, puur door het verschil in de hoeveelheid geur tussen het linker- en het rechterneusgat.

Dat is echt heel knap.

Op een spoor kan een hond daarom ook snel de keuze maken in welke richting een persoon of dier heeft gelopen. Een getrainde hond heeft daar maar 3 voetstapjes voor nodig.

Meer informatie: vanmaanenloca.nl